Gisteravond kennis gemaakt met Communicatietrefpunt Amsterdam VSA, als introducé van Anna-Maria Giannattasio van PUUR* Amsterdam, collega gastscribent voor het High Profile weblog. Het communicatienetwerk kwam in overstelpende getale bijeen op de 4e verdieping van het "WPP pand" aan de Karperstraat bij Burson-Marsteller. Het werd een leuke avond.
Het thema was het evenzeer overstelpend populiare thema "elektronische media" en tot ons spraken Ruud Kluijvers, bij het Europese Technologiecentrum van Wolters Kluwer te werk gesteld als Manager Online Services, Gert Jan Kaaij, verantwoordelijk voor de aanwezigheid van ING op Second Life en het scheidende digitale hoofd van VPRO digitaal; Erwin Blom.
Kluijvers nam ons mee op een "stroll thru memory lane" door de prille historie van het fenomeen. Hoewel pril? Hij begon bij Gutenberg en zijn uitvinding die tot op de dag van vandaag in Haarlem door de nazaten van Laurens Janszoon Coster wordt betwist. We zagen het bewijs dat hij alreeds in 1985 op de voorloper van het Internet had geëxisteerd. We zagen z'n zoontje van twee achter een Mac uit de tijd dat ze hun vormgevers nog uit het Oostblok haalden. Even later zagen we dezelfde zoon, nu met jeugdpuistjes, in de Starbucks draadloos inhoud geven aan de regel: "twee uur rijden, een half uur rust" om weer even snel met het thuisfront te chatten en de laatste fotootjes te delen.
En zo kregen we in ons Twitterhoekje -waarover later meer- met @joerii, @marjolijn, @stukjes, @pixites en @puur en ondergetekende, een aardig beeld van 's mans leven van de afgelopen 20 jaar. En hoewel ik de pointe van zijn betoog graag met u zou willen delen, is me die totaal ontgaan. Of het zou het al oude liedje moeten zijn, dat ontwikkelingen snel gaan, de wereld dramatisch zal veranderen en dat je daarom de boot niet mag missen.
Gert Jan Kaaij zette zijn gehoor de "business case" Second Life uiteen. De experimenten van ING in de virtuele wereld, met als doel (athans volgens slide 1 van zijn presentatie) om uit te vissen of daar voor een bank annex verzekeraar wat te verdienen zou zijn. Een op zich stoer initiatief van een lid van een bedrijfstak dat in retrospectief als het laatste bastion van de typemachine mag worden aangemerkt.
Nu vind ik Second Life een fascinerend fenomeen. Een virtuele wereld waarin een ruige trucker, zich d.m.v. zijn geanimeerde alter ego ("avatar" voor intimi) kan voordoen als wulpse blonde chick met jarretellen en een voorgevel van jewelste. Mijn vraag of de bank dat soort wanhopige realiteitsvluchtelingen als klant ambieert, kreeg weliswaar de lachers op de hand, maar niet echt het antwoord dat ik hoopte.
Kijk, er zijn inmiddels tal van verhalen van mensen die op descond Life een handeltje zijn begonnen. Kledingontwerpers waarbij je een outfitje voor je avatar kunt kopen, virtuele bouwbedrijven die jouw denkbeeldige optrekje met plezier willen realiseren, makelaars die bemiddelen tussen mensen die hun stukkie Cyberspace willen verkopen en zij die altijd al eens in jarretellen door het virtuele landschap hebben willen huppelen. Er schijnen zelfs mensen schathemeltje rijk van geworden te zijn. Maar net als bijvoorbeeld bij kettingbrieven, trekken die enkele succesverhalen een bonte stoet van sukkels aan die hun zure spaarcentjes -of erger- opofferen aan het uitzicht om ook boven Jan te geraken. "klanten" die in de echte wereld nog geen gevulde koek van de ING kunnen loskrijgen.
Kaaij moest toegeven dat er van een "verdienmodel" nog geen sprake was en dat de bank Second Life meer was gaan gebruiken als intern vergadercentrum, waar managers door hun virtuele alter ego vertegenwoordigd, met elkaar over echte wereldse onderwerpen konden praten. In ouderwetse termen: Een soort ingewikkelde teleconferencing dus.
Erwin Blom weet dat beperkte succes aan het feit dat de virtuele applicaties van vandaag bedacht zijn door de mensen van gisteren. Hoewel we volgens hem de goede kant op gaan, zal het liedje van Bachman Turner Overdrive: "You ain't seen nothing yet" pas echt gaan klinken als de generatie "die nooit anders heeft meegemaakt" zich met de virtuele communicatie zal gaan bemoeien.
Maar dat die mensen van gisteren lekker bezig zijn, demonstreerde hij in -voor mij- de voordracht van de avond. Hij vertelde hoe de VPRO van "zender" was veranderd in "platform voor gedeelde content", met tal van cross overs tussen de virtuele- en echte wereld. In rap tempo toonde hij zijn gehoor voorts alle laagdrempelige instappertjes om je succesvol te laven aan de electronische zegeningen: Flickr, YouTube, wiki's, LinkedIn, Blurb: het hele rijtje kwam weer langs. En de parel in de kroon van de e-com:Twitter.
Ik denk dat ik bij de eerste pak 'm beet 150 Twitteraars van Nederland behoorde. Immers, als je in kommenekazie doet, moet je wèl een beetje weten wat er speelt. Twitter is een soort omgekeerd SMS'sen. In plaats van een specifiek berichtje naar specifieke ontvangers te verzenden, maak je nu je zieleroerselen openbaar voor iedereen die niets, maar dan ook niets van je leven wil missen.
Bij Twitter staat de vraag centraal: "what are you doing" en je krijgt 140 karakters per berichtje om dat de wereld haarfijn uit te leggen. Mensen die het interessant vinden om jouw doldwaze avonturen te volgen kunnen zich daarvoor aanmelden. En omgekeerd geldt hetzelfde. Twitter is gratis benaderbaar via het web en de mobiel, dus waar je ook inspiratie hebt of een momentje "to spare": Twitter is altijd onder handbereik.
Inmiddels begint Twitter zich te ontwikkelen tot een soort van chatcommunity. In één van de voorbeelden van Blom leverde een club mensen, die gelijktijdig op verschillende locaties en via verschillende media naar een concert van Iggy Pop keken, commentaar op wat ze zagen en uiting aan hoe ze het vonden.
Ik mag dan misschien een ouwe l.l zijn, maar laat mij nou gewoon lekker van het concert genieten. Vooral als het gemiddelde niveau van de communicatie ongeveer gelijk is aan wat je late night onder door je TV beeld ziet kruipen: puberaal gegillesdelatourette.
En dàt is mijn bezwaar tegen Twitter. Of -laten we zeggen- tegen een als onkruid groeiende populatie van Twitteraars die niets anders meer lijkt te doen dan het web te overspoelen met mededelingen als: "ik eet nu een kroket", of "ik zit te schijten". Inmiddels is er sprake van een eerste generatie Twitter junks die de hele dag niets anders doen dan dit soort proza lanceren. Maar wat wil je, als je pas een beetje gaat meetellen als je over de 1.000 postings op je palmares hebt, dan is "less" opeens niet meer "more".
Ik heb al teksten voorbij zien komen als: "ze moeten eens iets verzinnen om op de fiets te kunnen Twitteren" of: "mag je eigenlijk tijdens een begrafenis Twitteren?". Theatermakers storen zich meer en meer aan publiek dat tijdens de voorstelling de zaal verlaat om even te gaan pissen, maar Twitteren op een fiets of tijdens een begrafenis? Jezus, get a life!
Uiteraard biedt Twitter de optie om het volgen van zo'n gillesdelatouretter te stoppen. Want ook in Cyberspace geldt de aloude wijsheid: "er zit een knop op". Maar het gaat mij om iets anders. Twitter legt pijnlijk bloot, hoe sociaal verknipt we aan het worden zijn. De voorstanders zullen betogen dat het juist een innovatieve mogelijkheid biedt tot sociale interactie, maar dan stel ik, dat je a. daarvoor al op MSN terecht kunt en dat je b. eens een goed gesprek met een psieg moet hebben als je je dagelijkse leven geheel in het teken zet van het exibitionisme om (letterlijk) iedere scheet elektronisch met de natie te delen. Of behoren berichten van de ene partner aan de andere met de tekst: "kom nou eindelijk eens naar be-hed" anno 2007 ook al tot de normale omgangsvormen?
Ja, de zegeningen van de elektronische communicatie zijn talrijk. Maar als ik de goeroes dan "you ain't seen nothing yet" hoor galmen, dan hoef ik maar even aan Twitter te denken om weer met beide benen op de grond te staan. Of het nu ooit bellen met z'n tienen tegelijk was, MSN of Twitter: het medium is veranderd, de randdebiele inhoud niet. Daarom heb ik zojuist Twitter gedeinstalleerd.
Zo, en dan nu eerst een kroketje en dan even achter de deur met de verse Elsevier...
Goh Rob, da's nou toch ook wat. Een kwartier geleden, voordat ik je stuk las, zei Monique dat we eindelijk eens de Elsevier de deur uit moesten doen, dat negatieve angstigmakende vingertje van 'Pas op uw geld!' op de cover en zo kon ze nog wel even doorgaan komt ons na jaren van jaarlijkse themaherhaling de neus uit.
Twitter daarentegen is voor mij een nieuwssource aan het worden waarbij ik vaak eerder tot nieuwe ontwikkelingen kom dan via andere online middelen. Je wordt door je netwerk (selectief zijn hierin is wel noodzaak) gewezen op bruikbare tips en linkjes. En dan heb ik het nog niet over het stellen van een vraag om een probleem op te lossen. Via je netwerk van intelligente voorlopers kom ik snel op de antwoorden.
En het is daarnaast ook gewoon wel gezellig, niet verplichtend als e-mail (waar in de maatschappij wordt verwacht dat je binnen 24 uur een reactie geeft) en ik merk NIET verslavend.
Zorg voor een juist netwerk, en je kunt veel uit Twitter halen. Het kost inderdaad ook tijd. Het ligt echt aan je prioriteiten of Twitter voor je gaat slagen.
Ik zit er soms dagen niet op, en plaats dan ineens weer eens een berichtje en krijg daarop weer reactie en tips of gelukwensen. Gewoon leuk.
Die voorbeelden die je aanhaalt zijn natuurlijk wat overtrokken (elke scheet twitteren), die twitteraars heb je er ook bij zitten maar die hoef je vervolgens niet te volgen.
Volgens mij ga ik deze reactie nu even twitteren. :-)
Geplaatst door: Henk-Jan Winkeldermaat | 11-11-07 om 15:35
Hi HJ,
Tja. Het zal inderdaad veel te maken hebben met wie je volgt. Maar een aanzienlijk nadeel vind ik ook het volgen van "halve" discussies tussen een partij die je wèl volgt en respondenten die je niet volgt. Ook bij hen kan je je dan wel weer aanmelden, maar waar blijf je dan met je selectieve keuzes.
Uiteraard -en daar is de colum een ideale uitlaatklep voor :) - heb ik het lekker vet aangezet. Maar daarom zijn mijn voorbeelden niet minder aan de praktijk ontleend.
Mijn stellingname is, dat er sinds "bellen met z'n tienen tegelijk" weinig is veranderd (het medium en de participatie-kosten wellicht).
Ook toen zal er zo af en toe een zinvolle discussie zijn gevoerd, een complimentje zijn uitgedeeld of een tip gegeven. Maar om Twitter nu als innovatief "prachtvoorbeeld van elektronische communicatie" op te hemelen gaat me gewoon te ver.
Er is niks mis met oude wijn in nieuwe zakken. Maar voor wat betreft de puberale of de sociaal pathetische excessen, graag buiten mijn gezichtsveld s.v.p.
Om met Robert de Niro te spreken in één van zijn maffiavertolkingen: what happens in the liquerstore, stays in the liquerstore...
Geplaatst door: Rob | 11-11-07 om 21:18